Zingen doe je met je hele lichaam
Wanneer leerlingen voor het eerst bij me komen denken ze vaak dat zingen en het krijgen van zangles voornamelijk werken aan je stembanden is. De juiste toon vinden, toon kunnen houden en via de buik leren ademen is waar de meeste mensen aan denken bij het nemen van zangles. Maar er komt veel meer bij kijken.
Zingen vanuit je tenen
‘Zingen vanuit je tenen’ is een veel gehoorde uitspraak om aan te duiden dat je alles moet geven, of wanneer er met veel volume gezongen wordt. Om vol overgave te kunnen zingen is het belangrijk om je lichaam op de juiste manier in te schakelen zodat het volledig in dienst staat van jouw zang.
Om te zingen heb je bijvoorbeeld je knieën nodig, je armen, je benen, je buik en je rug. Er is geen deel die overgeslagen wordt. Je houding en de manier waarop je beweegt zijn essentieel voor hoe jij klinkt, en aangezien bijna niemand van nature de perfecte zanghouding heeft, vereist dat best wat werk.
Het geheugen van je lichaam
Elk lichaam is op zijn eigen manier geprogrammeerd en het lichaam heeft de neiging om zich vast te houden aan wat bekend voor hem is. Sta jij bijvoorbeeld altijd een beetje krom, dan gaat jouw lichaam dat vanzelf zien als zijn ‘normale’ houding.
Je lichaam heeft zijn eigen geheugen, en net zoals hij graag doet wat hij altijd al gedaan heeft, zal hij zich na verloop van tijd ‘herprogrammeren’, en onthouden wat nieuw is, als je de nieuwe informatie maar vaak genoeg aanbiedt.
Het is daarom erg belangrijk dat je veel oefent en je altijd bewust bent van je lichaam tijdens het zingen. Hoe meer je er mee bezig bent, hoe sneller je lichaam het nieuwe zal integreren.
Nadenken
‘Maar moet ik dan altijd zoveel nadenken wanneer ik zing?’ wordt mij dan gevraagd. In het begin misschien wel, omdat er veel informatie op je af komt, en omdat al die informatie eerst door jou en je lichaam verwerkt moeten worden.
Maar na een tijdje zul je zien dat het steeds meer vanzelf gaat. Net zoals je vroeger hebt leren fietsen, of toen je hebt leren autorijden. In het begin was het veel denk -en oefenwerk, maar na een tijdje denk je er niet meer over na, en doe je het gewoon.