Een vraag die wij bij Muziekschool vaak binnenkrijgen is: Hoe kan ik beter akkoorden spelen? De reden hiervoor kan verschillen per persoon, maar we horen toch regelmatig dat het komt door het hebben van te stijve vingers om “vloeiend” de akkoorden te kunnen spelen. De beste oplossing hiervoor? Uiteraard luidt het antwoord: “Veel oefenen!” Maar buiten het gebruikelijke advies van veel oefenen, zijn er nog wel serieuze tips die wij jou kunnen meegeven zodat jij weet waar je op kan letten. Wacht dat je van het buigen van je vingers? Grote kans dat je je vingers nu nog plat op de frets laat liggen. Deze en meer tips vind je hieronder!
Het kan lastig zijn om, vooral als je net begint, de akkoorden in de vingers te krijgen. Letterlijk en figuurlijk. Vaak gaat het namelijk om het creëren van een automatisme en een bepaalde greep. Wanneer dat zo ver is, zul je merken dat alle akkoorden die iemand je voorschotelt, kinderspel zullen zijn. En wanneer het zo ver is, merk je vast en zeker dat je met veel meer plezier gaat spelen!
Drie tips om vloeiender en met meer gemak akkoorden te spelen op de gitaar
Hou je vingers in een dakje
Klinkt dat gek? Dat is het niet, maar het is de beste metafoor die ik kon verzinnen . Wanneer je akkoorden speelt, is het natuurlijk om je vingers als een soort capo over de hals te leggen. Wat dit doet, is dat het meerdere snaren tegelijk afknelt. De kans bestaat dat je de G-snaar afknelt, wanneer je alleen de D-snaar vast wil houden. Hierdoor komt er natuurlijk niet het geluid uit je gitaar dat je wil bereiken. Probeer daarom je vinger om de snaren die je niet wilt aanslaan, heen te buigen. Dit kan door de drie vingerkoortjes als een dakje, of een omgekeerde U-vorm te houden. Hiermee raak je met het topje van je vinger de snaar, in plaats van met het deel waar je vingerafdruk zit. Deze manier van akkoorden aanslaan leent zich sowieso meer voor het snel over de fretten schuiven (vette solo’s!).
Weet waar op de frets je je vingers moet positioneren
Tip: níet op de frets! Wanneer er in een instructie staat dat je de tweede fret moet aanslaan, moet je je vinger tussen de eerste en de tweede fret positioneren. Nog specifieker: ongeveer driekwart op de weg van de eerste naar de tweede fret. Dit is geen gouden regel – verschillende akkoorden en speelstijlen vragen om verschillende posities.
Je drukt te hard/niet hard genoeg/te wisselend
Dit is een lastig puntje om uit te leggen, aangezien dit ook weer aankomt op fingerspitzengefühl (dit is het laatste flauwe grapje dat ik maak, geen zorgen). Wat je wil doen is niet te hard drukken, maar wel hard genoeg dat er spanning op de snaren komt en deze spanning wil je gelijkmatig verdelen over alle snaren die je indrukt. Doe je dit vervolgens met je vingers in een dakje, op ongeveer driekwart van de weg tussen de snaren richting de fret die je aanslaat, heb je het grootste deel van de theorie al goed!
Zo zie je maar weer, alles valt te leren! Wanneer je hierna nog moeite hebt met het bespelen van akkoorden, kun je ons altijd om hulp vragen of een van onze lessen bekijken. Tot dan – neem onze tips in acht en blijf vooral oefenen!