Tijdens mijn zanglessen zie ik veel leerlingen worstelen met hun adem wanneer ze zingen. Nu is het hele adem-gebeuren voor zangers niet niks, want je leert in principe helemaal opnieuw ademhalen.
De buikademhaling leren en correct toepassen vraagt aardig wat aandacht en concentratie, en voor de ene persoon gaat dat wat makkelijk dan voor de andere. Een vraag die me vaak gesteld wordt is: Hoeveel of hoe weinig lucht heb je nou precies nodig tijdens het zingen?
Te veel lucht
Ik zie het vaak gebeuren tijdens optredens, wanneer iemand zenuwachtig is, of vlak voor een hoge lange noot. Een grote hap lucht zodat die lange noot gehaald kan worden. Toch kan je bij een lange of hoge noot beter wat minder lucht gebruiken.
Wanneer je te veel lucht inademt voordat je gaat zingen, kan dat ten koste gaan van je zuiverheid en je klank. Alle lucht moet er namelijk ook weer uit, en de uitstroom van lucht gaat vaak te snel wanneer je te veel inademt.
Te weinig lucht
Wanneer je te weinig lucht hebt, ontstaat er al snel een geknepen geluid, en moet je vaker ademhalen. Te weinig lucht maakt de kans groter dat je op de verkeerde momenten in een liedje gaat inademen, waardoor je met je timing en zuiverheid in de knoei komt.
Ook is het heel lastig om met te weinig lucht een goede ademsteun te gebruiken, en ga je al snel hoog ademen.
Neem precies wat je nodig hebt
Het doel is om precies zo veel lucht in te ademen als dat je nodig hebt om te zingen. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar ben je je wel eens bewust geworden van je ademhaling wanneer je praat?
Wanneer je in een ontspannen gesprek bent met een vriend of vriendin, haal je ook precies genoeg adem om per zin je verhaal te vertellen. Je neemt niet eerst een grote hap lucht wanneer je een keer hard moet lachen of wanneer je harder praat. Het gaat automatisch. En dat is het doel tijdens het zingen.
Door je hiervan bewust te zijn zullen je hersenen op een gegeven moment precies weten hoeveel lucht er nodig is om een liedje te zingen. De hoeveelheid lucht is afhankelijk van bijvoorbeeld de toonsoort en of er veel lange of korte noten in een liedje zitten. Door een liedje te oefenen laat je je lichaam weten wat er nodig is om het liedje goed te kunnen zingen, en zal je lichaam dat automatisch herinneren en toepassen, hoe vaker je het geoefend hebt.
Bewust zingen
Wees je bewust van je ademhaling en vooral wáár je ademhaalt. Zoek logische momenten, zoals bij een komma, of op een plek waar er even niet gezongen wordt. Ook je houding is erg belangrijk voor een goede en stabiele ademhaling.