In mijn blog over ‘een rare stem‘ heb ik al wat uitgelegd over hoe confronterend het kan zijn om je eigen stem op een opname terug te luisteren. Maar waarom is het nou precies zo vervelend om je eigen stem terug te horen?
Waarom klinkt je stem anders op een opname? Ligt het aan de opname, of is de opname juist goed?
Geluidsgolven
Elk geluid dat we horen bereikt via geluidsgolven onze oren. Of het nou mensen zijn die praten, auto’s die voorbij rijden of honden die blaffen. Allemaal hebben ze hun eigen frequenties die via geluidsgolven zich via de lucht verspreiden. Deze geluidsgolven worden opgepikt door het oor. In het oor bevind zich het trommelvlies wat gaat trillen als de geluidsgolven het trommelvlies bereiken. Deze trillingen worden in het oor omgezet naar geluid, en dit geluid wordt in de hersenen omgezet naar hetgeen waar dat geluid voor staat. Zo weten we dus dat wanneer een hond blaft, dat het een hond is. Elk geluid heeft zijn eigen soort trilling, zijn eigen frequentie en karakter.
Je stem op een opname
Het binnenste deel van je oor pakt niet alleen alle geluiden op die via de lucht het oor bereiken, het pakt ook de trillingen op die vanuit de binnenkant van het lichaam ontstaan.
Als je praat hoor je jezelf dus niet alleen zoals je anderen hoort, maar je hoort jezelf ook van binnenuit, wat een veel dieper en warmer karakter heeft. Je botten hebben een veel lager trillingsniveau dan lucht.
Liegt de opname?
Daarom ‘klopt’ het vaak niet als we ons zelf terug horen op een opname. We zijn gewend dat ons geluid warmer en voller is, en denken dan al snel dat we te hoog of te dun klinken als we naar een opname van onze stem luisteren. Liegt de opname dan? Nee, de opname is hoe hij hoort te zijn. Het is onze gewenning om te luisteren hoe anderen je horen. De opname is daar een goed voorbeeld van. Hoe vaker je een opname maakt, hoe vaker je een opname terug luistert, hoe sneller je went aan je eigen stem.